De Oslo steek met F1.
Met verbinding steken maak je van een rij steken een lapje stof.
De stof kan heel los zijn of heel dicht van structuur.
Ook kan de stof dun of zelfs heel dik zijn afhankelijk van wat je wilt maken.
Je kunt ook combinaties maken met verschillende verbinding steken, wat nog meer mogelijke stoffen oplevert.
De voorbeelden van de verschillende verbinding steken zijn gemaakt met de Oslo steek en de Faberg steek.
De F1 verbinding steek betekent : Front 1, één steek aan de voorkant van je naaldbind werk gebruiken zie foto 2.
Deze F1 steek geeft een ‘losse’ structuur aan je naaldbindwerk.
Onderstaande video gaat niet over verbinding steken maar het onderwerp is wat veel van mijn YouTube abonnees graag willen zien.
De Oslo steek met F2 .
De F2 verbinding steek betekent : Front 2, twee steken aan de voorkant van je naaldbind werk gebruiken zie foto 4.
Twee steken op de naald nemen, eerst de nieuwe en dan ook de oude steek opnemen.
Deze F2 steek geeft een dichte structuur aan je naaldbindwerk en de stof is ook iets dikker.
De Oslo steek met M1.
De Oslo steek met (M1) betekent: in het midden van de steek één klein lusje opnemen en dan door de achterste duimlus de steek maken, zoals je gewend bent. (dan onder je duimlus en onder je werkdraad door).
De steken liggen dakpansgewijs over elkaar, hierdoor krijg je een hele dichte structuur.
De wollen stof die ontstaat is 2 keer zo dik en aan de binnenkant zijn ribbels ontstaan.
De stof voelt niet stug aan ondanks de dikte.
De Oslo steek met F1 en M1.
Verbinding steek F1 en M1.
Je neemt het kleine lusje in het midden van de steek en je eerste steek (F1) links boven op je naald en maakt de steek.
Je krijgt een stevige en dichte structuur en aan de achterzijde ontstaan er geen ribbels.
De stof is dunner dan bij de M1 verbinding steek.
De Faberg steek met M1 verbinding steek.
De faberg steek ontstaat, na de eerste oslo steek de bovenste lus niet van je duim te schuiven. Je hebt nu 2 steken op je duim.
Je steekt de naald door het achterste kleine lus daarna onder je 2 duimlussen en onder je werkdraad door.
De verschillende verbinding steken bepalen de flexibiliteit, de sterkte, dichtheid, en de structuur van de stof.
Er zijn dus nog heeeel veel mogelijkheden om te experimenteren, veel succes 🙂