Opzetje, recht beginnen, o.a. Wanten.

Bij het hoofdstuk stap voor stap heb je gezien hoe je een rijtje Oslo steken maakt. De term een rijtje steken kwam niet echt duidelijk over, tijdens een demonstratie, ”O je, je bedoeld een opzetje”? Een breiterm die meteen alles duidelijk maakte.

Recht beginnen is dus een opzetje maken en dat kan voor o.a. wanten, sloffen, een telefoon tasje of een trui enz.

De derde voorlaatste steek gaat de naald door om een bochtje te maken en ook ”een bochtje maken” is nu ook vertaald in een breiterm n.l. de volgende toer maken waarbij je het naaldbind werk niet omdraait.

De laatste lus gaat om je duim en je maakt je steek zoals je dat gewent bent.

En dan de naald door de volgende steek.

En dan de naald door de volgende steek.

En dan de naald door de volgende steek, totdat je aankomt bij de laatste drie steken waarbij je de beginknoop lus ook als steek telt.

Na dat ik al een steek gemaakt heb gaat de naald nog een keer door het gaatje van de steek om zo 1 steek te meerderen. En daarna gaat de naald door het lusje van de beginknoop, en hierin maak ik ook een meerdering (dus 2 steken).

Na deze meerdering ga je nog een steek meerderen en heb je dus in de beginknoop lus gemeerderd en de 2 lussen aan weerszijde van de beginknoop. Vervolgens ga je naar het einde van je toer en ga je de laatste 2 steken meerderen. Dan heb je de begin van wanten of sokken/sloffen, of een telefoon hoesje.

Het bovenstaande voorbeeld is de Oslo steek, met de verbinding steek F1 (betekent je neem de volgende steek op) De wanten die in dit hoofdstuk beschreven worden zijn in de Finse steek 2+2 F2. genaaldbind.

Als ik wanten naaldbind gebruik ik altijd de Finse steek 2 lussen om je duim en 2 er achter en met als verbindingssteek de F2. (f2 betekent je neem de oude en de nieuwe steek op je naald, hierdoor is de stof dichter en sterker).

foto.1

Je begint afhankelijk van de dikte van je wol en de breedte van je 4 vingers met een rij van 14 steken (in mijn geval). Aan het einde van de rij, ga je 4 steken terug en maak je een bochtje. Bij het einde van de rij ga je 3 steken meerderen.

foto.2

Sokken en ook wanten naaldbind ’tegelijk’ zodat ze met dezelfde spanning gemaakt worden. Om zo 2 even grote sokken dan wel wanten te maken. Als je de 3 steken aan het einde gemeerderd hebt ga bij het volgende einde van de rij weer 2 steken meerderen. Nu even passen en bij de volgende rijen aan het einde weer 2 steken meerderen. Als je wand mooi past, naaldbind je verder zonder te meerderen.

foto.3

Als je wanten passen en lang genoeg zijn, gaan we de duim maken. Maak aan de zijkant van de want een rij losse rij steken. Je steekt je hand in de want en maak een rij van steken die rond je duim gaat. Maak de rij 2 of 3 steken langer, hierdoor heb je meer bewegingsvrijheid en maak de rij vast.

foto.4

Nadat je je duim lus hebt vastgemaakt naaldbind je verder. Hierna ga de omtrek van de want kleiner maken, door aan weerszijde 2 steken te minderen en pas je regelmatig je wanten.

foto.5

De duim wordt nu gemaakt door één lus aan je want en 2 lussen om je duim te maken en ga je rond naaldbinden.

foto.6

Hier zie je hoe je duim eruit ziet, halverwege je duim ga je per ronde 1 steek minderen. Als je bijna bij de top van je duim ga je rond om de ander steek minderen en daar na iedere steek. Met een stopnaald het kleine gaatje dicht maken.

foto.7
Fin. stitch 2+2 F2

Lekkere warme wanten, mijn vierde paar 🙂

Deel dit artikel via:

Pinterest
WhatsApp
Facebook
Email
Over de auteur:

Bert Veugelers

Mijn passie is het doorgeven van het oude ambacht naaldbinden. Met dit blog wil ik mensen inspireren het naaldbinden te ontdekken en mijn kennis hiervan met veel toewijding, geduld en aandacht te delen 😄.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *